In het Berlijnse Institut für Sexualwissenschaft van seksuoloog Magnus Hirschfeld ondergingen in de jaren twintig van de vorige eeuw een handvol mensen de eerste genderchirurgische ingrepen, met een geslachtsveranderende hormoonbehandeling. Althans, dat dácht men. In werkelijkheid was de medische kennis over de werking van geslachtshormonen nog ontoereikend. Destijds geloofden de artsen in een continue inwendige secretie van mannelijk hormoon in de testikels als verklaring voor masculiniteit. Bij transvrouwen zou daarom een castratie voldoende zijn om hormonaal vrouw te worden. Transmannen kregen (schijven of plakken van) donortestikels in de buikwand geïmplanteerd – die echter verschrompeld, ingekapseld of ontstoken raakten. Na een paar jaar werd deze poging tot cross-sex hormoonbehandeling gestaakt.1 In 1935 werd testosteron als hormoon geïsoleerd. Toen bestond de behandeling in Duitsland niet meer: het Instituut van Hirschfeld was vernietigd door de
Honderd jaar transgenderzorg
Voor transgender personen die een medische transitie ondergaan, zijn twee behandelingen cruciaal: hormoontherapie en plastische chirurgie. Endocrinologie speelt dus een hoofdrol bij het realiseren van geslachtsveranderingen. Hoe lang gaat deze geschiedenis terug en wat zijn de belangrijkste wetenschappelijke ontwikkelingen geweest?
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?