Endocrinologie in beweging

  • 1 min.
  • Voorwoord

De 20ste eeuw was een heroïsche periode voor de endocrinologie. Het werd mogelijk om hormonen te substitueren bij (soms levensbedreigende) hormoondeficiënties. Aanvankelijk waren hiervoor alleen uit slachtvee geëxtraheerde hormonen beschikbaar, maar in de tweede helft van de vorige eeuw kwamen synthetische en recombinant geproduceerde hormonen beschikbaar. In diezelfde periode werden ook de eerste hormoonbepalingen ontwikkeld. Hierdoor konden endocriene ziekten beter en eenvoudiger worden gediagnosticeerd en kon hormoonsubstitutie beter worden gemonitord. Deze ontwikkelingen vormen nog steeds de basis voor ons dagelijks handelen in de endocriene praktijk.

De verfijning van de diagnostiek en behandeling stelt ons wel weer voor nieuwe vraagstukken. Hoe definiëren we eigenlijk milde hormoondeficiënties? Moet iedereen met een milde hormoonafwijking behandeld worden? Wat is hierbij dan het behandeldoel en is behandeling veilig? Het behoeft geen betoog dat een patiënt zonder schildklier met hormoonsubstitutie behandeld moet worden. Ingewikkelder wordt het bijvoorbeeld in het geval van subklinische hypothyreoïdie of schildklier auto-immuniteit bij vrouwen met miskramen. Gelukkig verschijnen er met enige regelmatig nieuwe gerandomiseerde studies, gericht op belangrijke endocriene vraagstukken die we met alleen observationeel onderzoek niet kunnen oplossen. Een mooi voorbeeld hiervan is de recent gepubliceerde TABLET-trial (N Engl J Med 2019;380:1316-25) naar het effect van behandeling met levothyroxine op het aantal levend geboren kinderen bij euthyreote vrouwen met een of meer miskramen en TPO-antistoffen.

Soms leidt nieuw onderzoek tot herwaardering van een voorheen onveilig geachte behandeling. In deze editie van Endocrinologie besteden we aandacht aan de richtlijn Management rondom Menopauze van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) uit 2018. Hormoonsuppletietherapie (HST) is geen levensreddende behandeling, maar kan wel een aanzienlijke klachtenvermindering geven. Waaschijnlijk hebben zorgen over de veiligheid er voor gezorgd dat HST relatief weinig wordt toegepast in Nederland, maar deze zorgen blijken volgens de richtlijn niet terecht.

In een Britse privékliniek pakken ze het overigens anders aan. Sinds kort kunnen vrouwen daar voor ruim 7000 pond (wordt vast goedkoper na de Brexit) een stukje eierstok laten invriezen en later weer implanteren in de oksel om de menopauze uit te stellen. Het lijkt me verstandig om eerst de gerandomiseerde studies naar (kosten)effectiviteit en veiligheid af te wachten, voordat we ons aan dit soort behandelingen gaan wagen.

Namens de redactieraad en het NVE-bestuur,