Overzicht

Complexiteit van obesitas eenvoudig verteld

  • 5 maart 2018

Van Rossum, internist-endocrinoloog en hoofd van het Centrum Gezond Gewicht (CGG), afdeling volwassenen, aanvaardde die dag officieel haar benoeming tot hoogleraar Obesitas en Stresshormonen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ze toonde overtuigend aan dat obesitas veel complexer is dan – ook door artsen – vaak wordt gedacht. Een effectieve behandeling van obesitas (door de WHO officieel tot ziekte uitgeroepen) behelst veel meer dan het aanpassen van eet- en beweegpatronen. ‘We moeten deze patiënten niet veroordelen, maar steunen: dik ben je niet voor de lol.’

Altijd honger

Zoals bij elke ziekte moet eerst goede diagnostiek plaatsvinden. Bij obesitas kan bijvoorbeeld een genetische aanleg meespelen. Een MC4-receptordefect, aanwezig bij 3% van alle mensen met obesitas, verstoort het verzadigingssignaal naar de hersenen; en zo zijn er nog veel meer vormen van monogenetische obesitas. Een heel andere factor die kan bijdragen aan obesitas zijn crash-dieten. De eetlust neemt hierdoor toe terwijl de verbranding vertraagt, zodat mensen op termijn vaak weer aankomen in gewicht, vaak méér dan ze eerst verloren hadden. ‘Beter is: zoveel mogelijk vers en onbewerkt eten, water, thee en koffie drinken, en bij obesitas een gezonde leefstijl aanleren met cognitieve gedragstherapie.’

Een notoire factor bij obesitas is medicatiegebruik. ‘De helft van de obese patiënten op onze poli gebruikt minstens één medicijn met gewichtstoename als bijwerking. Van sommige middelen weten we dat goed: bepaalde antidepressiva, anti-epileptica, anti-psychotica; maar het geldt ook voor middelen die we juist aan mensen met obesitas voorschrijven: bepaalde bètablokkers, antidiabetica, antihistaminica, protonpomp- remmers, corticosteroïden.’

Stress(hormoon)

Van Rossum ging uitgebreid in op het effect van het stresshormoon cortisol. Bepaald door de activiteit van de corticosteroïdreceptor, is ruim 40% van alle mensen zeer gevoelig voor het eigen cortisol, wat resulteert in meer vetmassa, minder spiermassa, hoger cholesterol, meer kans op diabetes en depressie. Daarentegen is 6-10% ongevoelig, wat gunstig is. De aanmaak van cortisol wordt verhoogd door onder meer chronische stress. Van Rossum heeft onderzoek gedaan naar cortisolmeting in hoofdhaar. ‘We onderzoeken nu of hoge cortisolwaarden een onafhankelijke risicofactor zijn voor obesitas.’ Wat ze al heeft ontdekt, is dat hoog cortisol bij zesjarige kinderen het risico op obesitas bijna vertienvoudigt. Op volwassen leeftijd is de kans op cardiovasculaire ziekte in het hoogste kwartiel haarcortisol 2,5 keer verhoogd. ‘Allerlei soorten stress kunnen op allerlei manieren bijdragen aan obesitas.’ Naast een toename van buikvet leidt hoog cortisol ook tot trek in hoogcalorische voeding: “snacktrek”. Van Rossum had daar ook nog een bijzondere aanwijzing voor gevonden: ‘Stressed spelled backwards reads desserts.’

Een opname van de gehele oratie is te vinden op YouTube, met als titel: Dik ben je niet voor de lol.