Vanuit de richtlijncommissie schreef dr. Ellen Kapiteijn, medisch oncoloog van het LUMC in Leiden, de paragraaf over de effectiviteit, veiligheid en plaatsbepaling van systemische behandeling, in het bijzonder doelgerichte therapieën. Voor Endocrinologie benoemt ze in vogelvlucht de huidige en komende behandelopties.
Om te beginnen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de diverse typen schildkliercarcinomen: gedifferentieerde (onder andere papillair en folliculair), niet-gedifferentieerde (anaplastische) en medullaire carcinomen. Patiënten met gemetastaseerd, gedifferentieerd schildkliercarcinoom krijgen in eerste instantie radioactief jodium, dat wordt gegeven door de nucleair geneeskundige in samenwerking met de endocrinoloog. Wanneer patiënten hier niet meer voor in aanmerking komen en er volgens de RECIST-criteria (een radiologisch classificatiesysteem) sprake is v