Deze studie onderzocht de verschillen in de resultaten van groeihormoon (GH) substitutietherapie tussen mannen en vrouwen met groeihormoondeficiëntie (GHD), in een retrospectief cohort van Nederlandse volwassenen die GH-behandeling kregen. Uit de resultaten bleek dat vrouwen vaker subnormale insulinlike growth factor-1 (IGF-1) hadden tijdens de behandeling, terwijl mannen vaker IGF-1 boven het referentiegebied hadden. Vrouwen meldden ook meer bijwerkingen, vooral gerelateerd aan vochtretentie, en bij hen werd vaker de dosis verlaagd of de behandeling tijdelijk stopgezet. Mannen hadden een hoger risico op het ontwikkelen van kwaadaardige tumoren. De bevindingen suggereren dat vrouwen met GHD mogelijk suboptimaal worden behandeld, met lagere IGF-1 concentraties en meer bijwerkingen, leidend tot frequentere wijzigingen in de behandeling.
Commentaar:
Deze studie benadrukt het belang van het overwegen van seksespecifieke factoren bij behandeling met GH voor GHD-patiënten. Verder